Ontwikkelingspsychologie
Alle ontwikkelingen van een kind staan met elkaar in verbinding. De ene ontwikkeling kan sneller zijn dan de andere ontwikkeling. Dit is bij ieder kind anders, daar houden wij ook rekening mee.
Cognitieve ontwikkeling
De leerlingen van groep drie bevinden zich in de concreet-operationele fase. Het kind kan kleuren en voorwerpen op een bepaalde manier selecteren en ordenen. Hij weet van tevoren wat het eindresultaat moet gaan worden. Kleuters kan je nog van alles wijs maken, maar leerlingen van groep drie willen weten of het werkelijk zo is. Ze gaan leren abstract denken. Dat moet je kunnen om te leren schrijven.
Een jong schoolkind is gericht op weten en samenhang van feiten. Het magisch denken van de kleuter en peuter is minder geworden. Op deze leeftijd zien ze steeds meer samenhang tussen dingen. De kennis is gekoppeld met een concreet doel. Rond de zeven jaar onthoudt het kind meer. Hij gaat ook strategieƫn bedenken om dingen te onthouden. Hierdoor leren de kinderen gemakkelijker letters en kunnen ze makkelijker rekenen. Het kind krijgt gevoel voor oorzaak en gevolg. Ze begrijpen dat je alleen een spel kan spelen als je je aan de spelregels houdt.
De leerlingen van groep drie bevinden zich, zoals eerder gezegd, net in de concreet-operationele fase en wij willen de leerlingen uitdagen door hen verschillende opdrachten en werkjes voor te leggen. Dit zijn wat moeilijkere opdrachten dan in groep een en twee waar zij beter en dieper moeten na gaan denken.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
In deze fase richt het kind zich steeds meer op leeftijdsgenootjes. Vriendschappen kunnen heftig zijn, maar zijn vaak ook van korte duur. De rolverdeling in de klas wordt ook steeds beter zichtbaar. De groep is een goede omgeving om je sociale vaardigheden te ontwikkelen. Deze groepsvorming betekent dat jonge schoolkinderen met elkaar en tegen elkaar kunnen spelen. Groepsspelen met eenvoudige regels zijn goed te doen, maar er moeten wel duidelijke regels en grenzen zijn.
Het jongere schoolkind speelt voornamelijk met kinderen met dezelfde sekse, jongens met jongens en meisjes met meisjes. Succes hebben is in deze fase belangrijk. Kinderen hebben veel behoefte aan waardering van hun inspanning. Jonge kinderen worden er steeds beter in om zich in een ander in te leven. Hun empathisch vermogen groeit. Maar dit inlevingsvermogen kan soms ook een negatief effect hebben. Ze gaan experimenteren en komen er achter hoe manipuleren werkt.
Wij weten dat de kinderen op deze leeftijd in groep drie een voorkeur hebben voor vriendschap. Toch proberen wij in de klas zoveel mogelijk alle leerlingen met iedereen om te laten gaan. Daarnaast laten wij de kinderen ook wel eens zelf beslissen met wie zij een opdracht willen maken. Wij willen namelijk ook stimuleren dat iedereen zijn eigen groepje met vrienden vormt.
Sensomotorische ontwikkeling
Het kind groeit snel. Hierdoor gaat de lichaamshouding meer op dat van de volwassenen lijken. De coƶrdinatie van de ledenmaten wordt beter. De kinderen ontwikkelen spieren en worden dus ook sterker. Ze zijn lichamelijk heel actief. Ze willen rennen, stoeien, hinkelen, touwtje springen, buiten spelen en in bomen klimmen. Lang stilzitten is lastig.
Het is belangrijk dat de leerlingen veel bewegen en daarmee hun grove motoriek verder ontwikkelen, wij geven dus ook zeker een keer in een gymles. Daarnaast ontwikkelt ook hun fijne motoriek steeds beter, de schrijfhouding wordt aangeleerd. Ze kunnen nu ook kleine vormen tekenen. Ook kunnen ze de handen onafhankelijk van elkaar bewegen. We hebben verschillende spellen voor de leerlingen om hun motoriek steeds weer te verbeteren.
Maak jouw eigen website met JouwWeb